Medezeggenschap hoger onderwijs, nog genoeg te doen.

Halfvolle of halflege glazen?

Utrecht, 17 juni 2015 – Acht organisaties sloegen de handen ineen om de staat van de medezeggenschap in het hoger onderwijs anno 2015 te onderzoeken. Werknemers, werkgevers en studenten georganiseerd in de diverse relevante koepelorganisaties vonden elkaar in een programma van drie jaar om te monitoren hoe de medezeggenschap in het hoger onderwijs zich ontwikkelt.

2015 moet het jaar van de nul-meting zijn. Over de resultaten van de eerste monitor zijn de partijen het verre van eens. Over het algemeen wordt de medezeggenschapscultuur door de werkgevers positief beoordeeld, functioneren raden op veel instellingen goed en is ambtelijke ondersteuning veelal voldoende geregeld. Daarentegen menen studentenorganisaties dat de medezeggenschap op een flink aantal belangrijke aspecten als faciliteiten en scholing serieus te kort schiet. De Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen, VMH, vertegenwoordigt zowel personeel als studenten van hogescholen. De VMH is blij met de samenwerking en herkent conclusies van zowel de koepelorganisaties van werkgevers als van studenten. Daar waar de werkgevers de nadruk leggen op halfvolle glazen en de studenten op de halflege meent de VMH te moeten concluderen dat er gewoon nog veel te doen is. De glazen zijn gewoon niet vol. Het lijkt er op dat de medezeggenschapscultuur gemiddeld ‘aardig’ is. Cultuur is echter slechts een basisvoorwaarde voor goede samenwerking van partners in de zeggenschap over onderwijsinstellingen. Een zeer belangrijke uiteraard. ‘Gemiddeld’ betekent helaas ook dat er wellicht plaatsen zijn waar de cultuur nog belemmerend werkt.

De VMH is van mening dat er zaken zijn die beter kunnen/moeten:

  • invloed op beleid, bestuur en bestuurders
  • naleving van afspraken over de combinatie van regulier werk en raadswerk
  • tijdige informatie voorziening door het bestuur
  • overleg tussen Raden van Toezicht en Centrale Medezeggenschapsraden
  • betere afstemming tussen afgesproken tijdsvergoeding en benodigde tijd voor gedegen medezeggenschapswerk; ook mag het medezeggenschapswerk aantrekkelijker worden gezien de vele vacante zetels.

Hoe kan nu invulling gegeven worden aan het streven medezeggenschappers meer in hun kracht te zetten? “De zeggenschap binnen het hoger onderwijs zou gebaat zijn bij het formuleren van een aantal gouden standaarden voor facilitering van medezeggenschap” aldus Fons van Maldeghem, voorzitter van de VMH. Niet altijd zijn de randvoorwaarden voor de invulling van gedegen raadswerk gegeven. De wetgever heeft zijn handen niet willen branden aan deze randvoorwaarden, maar verwacht wel dat medezeggenschappers o.a. functioneren als stimulatoren van verbeterprocessen, signaleerders van ‘bedrijfsrisico’s’ en zelfs bewakers van behoorlijk bestuur.

1200 medezeggenschappers vulden dit jaar de interne enquête in waardoor een goed beeld van de medezeggenschap in het hoger onderwijs gevormd is. Rosanne Broekhuizen (ISO, initiatiefnemer medezeggenschapsmonitor): ´Het is belangrijk om te weten hoe het is gesteld met de medezeggenschap, maar nog belangrijker dat bestuurders en medezeggenschappers hiermee aan de slag gaan op de instelling zelf’. ‘Versterking van de positie van medezeggenschappers is hierbij de sleutel’ aldus Fons van Maldeghem. ‘We zullen de meting nog twee jaar herhalen om te kijken of er daadwerkelijk verbetering optreedt´, zo stelt Rosanne Broekhuizen.

Vandaag maken alle partners, betrokken bij de zeggenschap binnen het hoger onderwijs, wellicht een start met de volgende fase van samenwerking tussen medezeggenschappers en bestuurders. De minister, aan wie de eerste resultaten van de medezeggenschapsmonitor vandaag worden aangeboden, speelt ongetwijfeld een sleutelrol om de medezeggenschapszeilen flink bij te zetten.

Ook interresant

Kennissessie onderwijsvernieuwing

Op 15 mei – voorafgaand aan de ALV – is een kennissessie over onderwijsvernieuwing. Aanleiding is de onderwijsvernieuwing die vorig jaar bij Fontys Hogeschool heeft