De medezeggenschap in het hoger onderwijs staat onder zware druk. Opkomstcijfers bij verkiezingen laten al jaren een daling zien en bij meerdere universiteiten en hogescholen zien we inmiddels cijfers beneden de 10%. Bovendien kost het steeds meer moeite studenten en medewerkers te vinden die een deel van hun tijd en energie aan de medezeggenschap willen wijden. Steeds meer zetels blijven helaas onbezet.
Serieuze zorgen over de staat en toekomst van de medezeggenschap vormde het thema voor een eerste gezamenlijke congres van LOVUM en VMH, de overlegorganen van medezeggenschappers in respectievelijk het WO en het HBO. Snelle en brede actie van velen is geboden, aldus de in grote getale opgekomen deelnemers aan het congres. De medezeggenschap verkeert in zwaar weer, terwijl op hetzelfde moment haar rol en belang toenemen vanwege extra bevoegdheden die de Tweede Kamer en de minister haar toedelen.
Gezonde tegenspraak is essentieel voor het functioneren van organisaties in het algemeen en voor universiteiten en hogescholen in het bijzonder. Zonder schuring geen glans. Zeker in een tijd waarin grote sommen extra geld naar het hoger onderwijs gaan en thema’s als sociale veiligheid, toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs, werkdruk en welzijn van studenten en medewerkers hoog op de agenda staan, is het van belang dat de medezeggenschap de positie en de ruimte heeft om geluiden en ideeën vanuit alle lagen en groepen te vertolken. Medezeggenschap signaleert, denkt en praat mee over strategie en beleid, adviseert, initieert en creëert draagvlak. Het geluid dat medezeggenschap lastig is, een klip die omzeild moet worden, klinkt nog regelmatig, maar is niet meer van deze tijd.
Centraal tijdens het congres stond de vraag hoe we het belang en de rol van medezeggenschap beter voor het voetlicht kunnen brengen. Dit in de hoop dat het de opkomstcijfers doet stijgen en de bereidheid actief te worden in de medezeggenschap stimuleert.
De opbrengst van het congres: essentieel voor een gezonde medezeggenschap zijn zichtbaarheid en effectiviteit. Aandacht is nodig voor: presentatie en communicatie; allianties met belangengroepen in het hoger onderwijs, zoals vakbonden, studentenbonden, vrouwen in de wetenschap en het promovendi platform; erkenning van en waardering voor medezeggenschappers door bestuurders en managers; goede dialogen met het ministerie en met politici. En niet als laatste: medezeggenschap moet ook weer leuk en aantrekkelijk worden.
Duidelijk is dat de medezeggenschap dit niet in haar eentje voor elkaar gaat krijgen. We hebben de politiek, de minister en vooral onze eigen bestuurders van universiteiten en hogescholen nodig.
Vandaar enkele oproepen:
Politici en minister: praat met ons en niet alleen over ons.
Bestuurders in het Hoger Onderwijs: koester uw medezeggenschap.
Medezeggenschappers: laat zien wie we zijn en wat we betekenen voor studenten en medewerkers.
Alleen als we met zijn allen de handen ineen slaan hebben we nog een toekomst!