De werkgever moet zich inspannen voldoende informatie te verstrekken over de pensioenregeling. Het meest voor de hand liggend daarbij is om een overzicht te maken van de verschillen tussen de oude en de nieuwe pensioenregeling. Dit zal echter geen sinecure worden, schrijven Hans van Meerten en Martine Lem. Indien werkgevers niet op de hoogte zijn van de risico’s, dan hebben zij mogelijk niet of onvoldoende voldaan aan de waarschuwingsplicht, en kunnen de betrokken werknemers de door hen te lijden pensioenschade verhalen op hun werkgevers.
Nederland kent per 1 juli een nieuwe pensioenwet. Belangrijk onderdeel daarvan betreft het zogenoemde ‘invaren’: alle opgebouwde pensioenrechten onder het ‘oude’ contract worden door de pensioenfondsen de komende jaren omgezet in een nieuwe, meer onzekere pensioenregeling. Hiertegen is geen bezwaar te maken. Indien een deelnemer bijvoorbeeld 30 jaar bij het ABP pensioen heeft opgebouwd, en dus rechten heeft verworven, worden die door het ABP omgezet in, zoals het in jargon heet: aanspraken. Dit noemen we dus invaren.
Al vaker is gewaarschuwd dat dit een inbreuk op het Europese eigendomsrecht kan opleveren. Dit wordt des te pregnanter nu blijkt dat de landsadvocaat reeds in 2011 een fikse streep door soortgelijke pensioenplannen zette. Kamerlid Omtzigt probeert dit advies nu te achterhalen.
Wij willen een tot dusverre onderbelicht punt bespreken: de rol van de werkgever hierin.
Op grond van jurisprudentie geldt dat de werkgever moet voldoen aan de wettelijke norm van goed werkgeverschap. Dat houdt in dat de werkgever een informatieplicht heeft. Zo wordt voorkomen dat de werknemer door een onjuiste voorstelling van zaken instemt met een wijziging van de pensioenregeling.
De werkgever moet zich inspannen voldoende informatie te verstrekken over de pensioenregeling. Het meest voor de hand liggend daarbij is om een overzicht te maken van de verschillen tussen de oude en de nieuwe pensioenregeling. Dit zal echter geen sinecure worden.
Een pensioenuitvoerder berekende dat bij het invaren de deelnemers overspoeld worden met getallen over invaren: twee keer minimaal twintig bedragen. Zóveel getallen moeten deelnemers verwerken bij de transitie naar het nieuwe stelsel.
Daarnaast is de werkgever verplicht de werknemer onder de omstandigheden te waarschuwen voor risico’s die aan de wijziging van de pensioenregeling zijn verbonden. Het gaat hier namelijk om reeds gedurende vele jaren opgebouwde, gegarandeerde pensioenaanspraken, die door het invaren onzeker worden en bloot komen te staan aan nieuwe en bovendien meer risico’s.
Werkgevers en ondernemingsraden hebben de plicht de werknemers te beschermen tegen eventuele lichtzinnigheid en ondoordachtheid. Het feit dat de landsadvocaat in 2011 kennelijk een negatief advies over invaren heeft gegeven, is zo’n omstandigheid die invloed heeft op de waarschuwingsplicht van de werkgever.
De werkgevers dan wel hun vertegenwoordigers zullen er dan ook goed aan doen om zich in te spannen om zicht te krijgen op de inhoud van het advies van de landsadvocaat uit 2011. Op die wijze kunnen zij de werknemers ter zake de inbreng van opgebouwde pensioenaanspraken adequaat waarschuwen voor de risico’s van het invaren.
Indien werkgevers niet op de hoogte zijn van de risico’s, dan hebben zij mogelijk niet of onvoldoende voldaan aan de waarschuwingsplicht, en kunnen de betrokken werknemers de door hen te lijden pensioenschade verhalen op hun werkgevers.
Indien het ministerie van Sociale Zaken weigerachtig blijkt na de verzoeken van Omtzigt om het advies te verstrekken, is dit – ook rechtsstatelijk – niet fraai. De pensioendeelnemers hebben hier simpelweg recht op. Uiteindelijk is het hun pensioengeld.
Een idee is dat betrokken werknemers, althans hun vertegenwoordigers, de werkgevers sommeren om de informatie bij het ministerie op te eisen. Mocht het ministerie vervolgens ook weigeren die informatie aan de werkgevers te verstrekken, dan zullen de werkgevers de werknemers er tenminste op moeten wijzen dat zij niet zonder meer akkoord moeten gaan met een nieuwe pensioenregeling onder de nieuwe pensioenwet.
Auteurs:
- Hans van Meerten (hoogleraar pensioenrecht en advocaat)
- Martine Lem (advocaat)