Hoe voorkom je onvrede over onderwijsvernieuwingen? Begin bij de basis, neem de medezeggenschap serieuzer. Dat bepleit Tweede Kamerlid Lisa Westerveld (GroenLinks), die er een motie over indiende. ‘Te vaak is het: dit gaan we veranderen, hier tekenen alsjeblieft.’
In het hoger onderwijs vernieuwen heel veel opleidingen, vaak met als argument dat de maatschappij erom vraagt. Maar zonder slag of stoot gaat dat niet, bleek afgelopen studiejaar. Op meerdere hogescholen leidde het aanpassen van het onderwijs tot grote onvrede bij medewerkers en studenten.
Bij Fontys Hogescholen zorgde de invoering van een nieuwe onderwijsmethode voor een interne ‘richtingenstrijd’, beschreef de Volkskrant. En op de HvA leidde de vernieuwing van opleidingen tot onvrede bij de deelraad van FDMCI, die zich ‘grote zorgen’ maakte. In een rapport stond dat de deelraad te veel gepasseerd was bij aanpassingen aan de organisatie van opleidingen.
Valt onvrede over de nieuwe koers van opleidingen te voorkomen? Anders gesteld: hoe leid je zulke veranderingen in betere banen? Tweede Kamerlid Lisa Westerveld heeft een plan: zij wil dat hogescholen verplicht vanaf het begin moeten aantonen hoe de medezeggenschap betrokken wordt bij het vernieuwen van opleidingen. ‘Nu is het evenwicht namelijk zoek.’
De motie die u daarover indiende, werd massaal ingestemd. Waarom wilt u hogeschoolbesturen dit verplichten?
‘Wat mij betreft moeten studenten en medewerkers samen bepalen hoe ze het onderwijs inrichten. Uiteraard hebben bestuurders het laatste woord, maar in de praktijk zie je vaak dat vooral besturen bepalen hoe het onderwijs eruit moet zien. In de gevallen dat het bij zo’n vernieuwing misgaat, kan het ook goed misgaan. Dat komt omdat het evenwicht ontbreekt en er geen plek is waar studenten of medewerkers terecht kunnen als een onderwijsvernieuwing uit de hand loopt.’
‘Van mij mag dat steviger en duidelijker geregeld worden in de wet. Ik vind het namelijk belangrijk dat ook studenten op dit vlak serieus worden genomen. Zeker de studenten die in de medezeggenschap zitten. Onderwijs gaat ook over algemene vorming wat mij betreft, dus laat studenten vooral invloed hebben op de inrichting van hun onderwijs.’
Kritiek op het gevoerde beleid is essentieel, als je het onderwijs stapsgewijs wilt verbeteren
Uit onderzoek van het InterStedelijk Studentenoverleg (ISO) blijkt dat studenten nauwelijks tijd hebben om echt invloed te hebben via de medezeggenschap.
‘Ja, dat is herkenbaar. Opleidingscommissies hebben gemiddeld 2,7 uur per week te besteden. Dat is gewoon echt te weinig om het goed te hebben over de kwaliteit van hun onderwijs.’
‘Het probleem? Wat je nu vaak ziet is dat medezeggenschappers officieel wel goedkeuring moeten verlenen aan een begroting of de regels van hun studie, maar dat ze niet bij de keuzes aan het begin worden betrokken. Te vaak is het: dit is het, hier tekenen. Daar wordt het onderwijs niet beter van, bovendien is het slecht voor het draagvlak van maatregelen.’
‘Uiteraard kost het tijd om echt invloed te kunnen uitoefenen op planvorming vanaf het begin. Dus, naast de motie over verplichte betrokkenheid kom ik met een voorstel in de Tweede Kamer waarin staat dat er landelijke richtlijnen moeten komen voor facilitering en ondersteuning van medezeggenschap. Het gaat nu te vaak niet goed.’
‘Ik ben overigens erg voor een zittingstermijn van twee jaar voor studenten, omdat je dan beter doorkrijgt hoe de dingen in elkaar zitten. En goede scholing over wat je rol is. Ook de overdracht van oude naar nieuwe medezeggenschappers zou goed geregeld moeten zijn. Nu beginnen de meeste studenten in een raad elk jaar in september vanaf nul.’
Afspraken op papier kloppen vaak wel, maar juist in de praktijk kan het zo misgaan, zei u in de Tweede Kamer. Moeten de waakhonden NVAO en Onderwijsinspectie niet actiever worden?
‘De NVAO en de Onderwijsinspectie kunnen ook niet alles zien. Daarom ben ik ook huiverig voor een mogelijke instellingsaccreditatie: dan checkt de NVAO alleen nog op grote lijnen of een hogeschool voldoet aan alle eisen. Maar niet meer de afzonderlijke opleidingen.’
‘Ik vind dat de oplossing juist gezocht moet worden in de praktijk, bij het versterken van medezeggenschap. Zorg voor een sterke medezeggenschap per opleiding. Misschien is het soms een cultuurkwestie om de medezeggenschap een beetje op afstand te houden. En ik kan me ook heel goed voorstellen dat het voor bestuurders lastig kan zijn, maar het onderwijs wordt er wel beter van als de medezeggenschap invloed heeft. Een hogeschool is toch dé plek om te dealen met feedback en kritiek.’
Daarover gesproken, ziet u op dit vlak ook een rol voor hogeschoolmedia weggelegd, zoals HvanA?
‘Kritiek is essentieel. De hele democratie is daarbij gebaat. Mijn scriptie ging over The open society and its enemies van Karl Popper. Dat boek gaat over een open samenleving waar plek is voor kritiek om de maatschappij vervolgens stapsgewijs te verbeteren. Dat is van grote waarde voor de democratie en zo zou het ook moeten zijn in het hoger onderwijs. Dus ja, de rol van onafhankelijke hogeschoolmedia is heel belangrijk.’
Geplaatst door Paul Disco in HvanA op 13 november 2023
Foto: Gabriela Hengeveld